Bezinning

Allemaal huurlingen

Ergens in onze kerk in Berg kan je een beeld aantreffen van Jezus als de Goede Herder. Het is moeilijk te vinden, vraag dat maar aan de eerstecommunicanten. Als Goede Herder draagt Jezus een schaap op de schouders, een mooi symbool voor de zorg die we voor elkaar kunnen dragen. In het evangelie van zondag staat Jezus als goede herder in contrast met de huurling. De huurling laat de schapen in de steek als hij de wolf ziet aankomen. Hij vlucht weg, want hij heeft geen hart voor de schapen.

Vandaag wordt het beeld van de Goede Herder beschouwd als zeer ouderwets, gedateerd. Het spreekt niemand nog aan. Blijkbaar hebben we gekozen voor het alternatief, voor de huurling. In plaats van een herder te zijn, zijn we – ongemerkt? – een huurling geworden, een mens die zijn diensten aanbiedt voor een loon, voor geld. Het rendement dat de huurling zoekt, zijn we belangrijker gaan vinden dan het hart van de herder.

Het rendement zoeken we overal. Het zoeken naar goedkopere oplossingen is een wijdverspreide obsessie geworden. Het gebeurt niet enkel meer in fabrieken, we vinden het nu ook in de ziekenhuizen, in de scholen, het openbaar vervoer, de kinderopvang. We zijn ervan overtuigd geraakt dat het noodzakelijk is om steeds in alles te zoeken naar meer efficiëntie en hogere opbrengsten.

Ook buiten het klassieke economische leven zijn we vaak huurlingen. Vele verenigingen vinden geen vrijwilligers meer. We zijn doordrongen van dat andere bijbelse verhaal, over onze talenten die we zo productief mogelijk moeten inzetten. Ons leven moet renderen.

De overheid kan niet achterblijven. Wie nog dacht dat ze vooral moet zorgen voor haar burgers, die is voorbijgestreefd. Vandaag moet de overheid ook efficiënt en goedkoop haar diensten leveren, want haar burgers zijn belastingbetalers geworden die liefst zo weinig mogelijk betalen. Loketten worden dus vervangen door automaten of een app op onze smartphone. De beste dienstverlening van de overheid is een goedkope dienstverlening. ‘Goedkoop’ was vroeger een scheldwoord. Vandaag is het een kwaliteit, een deugd, is het ‘sociaal’.

We zijn geen herders meer voor elkaar. De zorg voor een ander hebben we uitbesteed. Anderen kunnen dat beter dan wij, en vooral goedkoper. Ook de zorg moet zo goedkoop mogelijk worden. Wie ervan afhankelijk is, die zal het bevestigen: de zorg is minimaal geworden, en het hart, de aandacht en de tijd zijn vaak ver te zoeken.

Als de wolf komt, dan loopt de huurling weg. Als het klimaat weerwraak neemt en de natuur haar duivels loslaat omdat ze teveel beschadigd werd, dan is de huurling nergens te bespeuren. 

Onze ziel is doordrongen geraakt van het idee dat we een goede huurling moeten zijn, het tegendeel van Jezus. In zijn omgang met mensen wilde hij een herder zijn, nooit een huurling. Het is te begrijpen dat zijn verhaal vandaag niet meer populair is. In onze ogen is zijn levenswijze eerder lachwekkend. Misschien is het geen toeval dat het beeld van de Goede Herder zelfs in onze kerk zo moeilijk te vinden is. (Joh 10, 11-18)