Blind of doof?
Het is u zeker ook al opgevallen. Het verhaal van Jezus is een verhaal van ontmoetingen, vaak met mensen die ziek zijn. Zondag ontmoet Jezus de blinde bedelaar Bartimeüs. Andere keren ontmoet hij een doofstomme, een lamme, iemand die al jaren krom loopt, iemand met een verschrompelde hand, mensen met een huidziekte, mensen die verward zijn in hun hoofd, een vrouw die bloed verliest, iemand die ziek is van verdriet.
Deze ontmoetingen eindigden telkens met een genezing. Jezus had de gave om een zeer persoonlijk en intens contact te hebben met wie hij ontmoette, zeker met een zieke mens. Hij begreep zeer goed hoe kwaadaardig en pijnlijk een ziekte kan zijn, en welke negatieve gevolgen ze kan hebben. Zijn meevoelen was groot. Maar hij zag ook, doorheen die ziekte, de concrete mens in al zijn waardigheid. Hij wilde die mens niet beschouwen als een zieke, hem niet beperken tot de ziekte. De mens die hij ontmoette, was zoveel meer dan een zieke, de zieke was een gelijke. Want niemand is perfect, niemand is vrij van kwetsuren of beperkingen.
De mensen rond Jezus verwonderden zich over de manier waarop hij de zieken benaderde. Daarom schreven de evangelisten er ook vaak over. De genezingen die Jezus deed, waren wonderbaarlijk en uitzonderlijk. De genezingsverhalen waren bedoeld om te bewijzen dat Jezus door God gezonden was, dat hij dus bovenmenselijke dingen kon doen.
Maar vermoedelijk zou Jezus dat niet gewild hebben. Hij wilde waarschijnlijk ieder van ons uitnodigen om te doen zoals hij: aandacht hebben voor elke mens, ook voor de zieken. Hij zou niet gewild hebben dat de genezingen louter als mirakels, als wonderen zouden bekeken worden. Alsof ze onbereikbaar zouden zijn voor ons. Integendeel.
Maar vandaag is het nog altijd moeilijk om zieken en gehandicapten te zien als volwaardige mensen. Toen Bartimeüs om hulp riep naar Jezus, zegden de mensen rondom hem dat hij zijn mond moest houden. Veel is er sindsdien niet veranderd. Ook vandaag heeft de samenleving het lastig om naar zieken te luisteren. Ze hebben immers op economisch vlak geen enkel nut. Zieken brengen aan de samenleving niets op. Integendeel, ze zijn een pure kostenpost – zo is de mening van steeds meer beleidsmakers. De stem van de zieken stelt weinig voor in vergelijking met de stem van bedrijfsleiders, ondernemers of bankiers.
Jezus vroeg aan Bartimeüs: wat kan ik voor u doen? Jezus wilde niet in zijn plaats beslissen. Bartimeüs mocht dat zelf bepalen. Voor velen onder ons is dit moeilijk. Het is nog steeds lastig om de zieke zelf het woord te geven, om de keuzes door de zieke mens te laten maken.
Misschien was het voor Bartimeüs niet zo belangrijk te kunnen zien. Misschien willen de zieken vooral dat er naar hen geluisterd wordt. En daarmee gaat het deze keer niet over de ziekte van Bartimeüs, maar over onze ziekte. Bartimeüs is beperkt in zijn zien, maar wij zijn beperkt in ons horen, ons luisteren. Bovendien zijn wij kortzichtig als we denken dat de zieke genezen moet worden, en wij niet. (Mc 10, 46-52)
Vik Meeuws