Harde en moeilijke woorden
Het gebeurt al eens dat er opvallend weinig mensen aanwezig zijn in de zondagsviering. We zoeken dan een verklaring in het weer – dat te warm is, te koud, of te nat. Of we denken dat het te maken heeft met de vakantieperiode – de afwezigen zijn aan de kust of in het buitenland. Maar eigenlijk weten we ook wel dat het probleem dieper zit. De – mogelijk teleurstellende – realiteit is dat steeds minder mensen nog interesse hebben voor de kerk, voor God, voor het geloof of voor de zondagsvieringen.
Het is een realiteit waar Jezus zelf ook mee geconfronteerd werd. Zondag horen we in het evangelie dat vele van zijn leerlingen hem de rug toekeerden, en niet langer met hem mee gingen. Ze vonden zijn woorden te hard, het waren woorden die tegen de borst stootten.
Vandaag kunnen we ons daarbij wel iets voorstellen. Vele mensen hebben het lastig met sommige uitspraken en stellingen van Jezus. Over zijn voorkeur voor de armen en de zwakkeren bijvoorbeeld. Of over zijn radicale geweldloosheid, en zijn afkeer van rijkdom. Het welstellende westen dweept graag met de christelijke waarden, maar de meeste welstellenden blijven weg uit de kerk omdat ze de boodschap van Jezus te verregaand en onrealistisch vinden.
Het omgekeerde gebeurt ook. Wie wél geïnteresseerd is in de verregaande en blijkbaar onrealistische boodschap van Jezus, wordt vaak teleurgesteld. Want de Kerk zelf spreekt doorgaans liever over de zachtaardigheid en offervaardigheid van Jezus, dan over zijn harde standpunten.
Bij het zoeken naar redenen waarom mensen de kerk de rug toekeren, moeten we niet enkel naar de inhoud van de boodschap kijken. Ook de vorm waarin op zondag de boodschap gebracht wordt, kan wrevel oproepen. De taal die gebruikt wordt in de zondagsvieringen wordt door velen bestempeld als ouderwets en onbegrijpelijk, niet meer van deze tijd. Zelfs wie elke zondag naar de kerkdiensten komt, zal dit bevestigen.
Heel wat trouwe kerkgangers hebben evenwel geen probleem met de ouderwetse en soms onbegrijpelijke taal die gebruikt wordt in de zondagsvieringen. Ze kennen die taal, de woorden klinken hen zeer vertrouwd in de oren. Ze voelen zich thuis in die taal, en hechten veel belang aan de herkenbaarheid. De kerkdiensten blijven voor hen op die manier een belangrijk baken van duidelijkheid en zekerheid in de roerige wereld.
De jongere kerkgangers kunnen daar weinig begrip voor opbrengen. Waarom zouden ze nog naar de kerk gaan als ze er weinig of niets van begrijpen? Er is veel kans dat ze wel interesse hebben voor Jezus’ boodschap, maar op zondag is die verpakt in moeilijke woorden die voor hen geen betekenis hebben. Zij zoeken verstaanbaarheid, maar meestal vruchteloos.
We zijn mensen die allemaal verschillend zijn. Elk op onze eigen manier, jong en oud, zijn we op zoek naar een goede manier om God en Jezus beter te leren kennen. Is onze weg de enig goede en juiste? Waarschijnlijk niet. Laten we dus vooral proberen om voor elkaar geen obstakel te zijn op die weg. (Joh 6, 60-69)