Het juiste spreken
‘Spreken is zilver, zwijgen is goud.’ Het is een bekende zegswijze, maar niet iedereen is het erover eens dat zwijgen beter zou zijn dan spreken. Het is bijvoorbeeld zeer onaangenaam als we aan tafel samen eten en er gedurende een lange tijd geen woord gezegd wordt, niemand spreekt. Zelfs als we geen belangrijke dingen te vertellen hebben, dan nog houden we ervan om met elkaar te praten over koetjes en kalfjes. Het is via het spreken dat we mensen echt leren kennen.
Het verhaal dat we zondag horen in het evangelie is dus heel begrijpelijk. Mensen brachten een man bij Jezus die doof was en gebrekkig sprak. Ze smeekten Jezus om hem te beter te maken. Het was niet de man die hulp vroeg, maar het waren de mensen die hem kenden. Zij hadden er ook belang bij dat de man zou genezen, dat ze met hem in gesprek konden gaan, eindelijk konden horen wat hij te zeggen had. Het is niet voor niets dat doofheid en niet kunnen spreken een handicap genoemd worden.
Jezus nam de man apart, raakte zijn oren en tong aan, zuchtte diep en zei ‘Ga open’. De oren van de man gingen open en zijn tong kwam los, zo staat het in de tekst. De man kon normaal spreken. Voor de omstanders was het een sensationele gebeurtenis. Maar Jezus gebood iedereen om over het voorval te zwijgen. Uiteraard werkte dat verbod niet: wie gaat er nu zwijgen als eindelijk het verplichte zwijgen is doorbroken …
Vrij kunnen spreken is een groot geschenk. Maar zoals wel vaker gebeurt, kan dit geschenk ook misbruikt worden, verkeerd gebruikt worden. Waarschijnlijk was dat ook Jezus’ vrees. Hij wilde geen sensatie, geen beroemdheid. Daarover moest er niet gesproken worden. Dat was niet de boodschap die hij wilde brengen. Hij wilde integendeel dat mensen zouden spreken over mekaar helpen en ondersteunen. Omdat er op die manier wonderen kunnen gebeuren. Daarover sprak hij, en hij deed het voor, keer op keer. Hij luisterde naar mensen, hij raakte ze aan, had aandacht voor hen, vroeg naar hun mening, was bekommerd en wilde helpen. Hij veroordeelde niemand, keurde niemand af, schoof niemand opzij. Daarover moest gesproken worden, niet over de sensatie.
Maar de sensatie heeft ook vandaag veel aanhangers. Velen zijn op zoek naar ongelofelijke gebeurtenissen. De titels in de kranten zijn geschreven om zo opvallend mogelijk te zijn. De programma’s op tv moeten liefst heel spraakmakend zijn, verbazend. Een debat tussen verkiezingskandidaten verloopt niet meer bedachtzaam en sereen. Het moet knetteren en vlammen. De luidste spreker wint.
Maar telkens stellen we vast dat die boodschap geen meerwaarde heeft. Het was een leuk spektakel, maar het heeft weinig vooruitgang gebracht. Dan is die oude zegswijze weer van belang, en beseffen we dat zwijgen soms een betere optie is, dat spreken maar ‘zilver’ is. En ja, misschien is ook ons spreken teveel gericht op het verspreiden van sensatie, en mag het wat meer gaan over het verspreiden van goed nieuws. (Mc 7, 31-37)