Zondebokken onderdrukken
In november 1989 keek ik met tranen in de ogen naar beelden op tv van de afbraak van de Berlijnse muur. Mensen uit Oost-Duitsland konden weer vrij de grens over, naar West-Duitsland. Eindelijk was er gerechtigheid. Ongeveer dezelfde emoties moeten de Syriërs ervaren hebben toen hun dictator onlangs wegvluchtte naar Moskou.
Presidenten of koningen hebben geen eenvoudige opdracht. Een land besturen kan op vele manieren, en altijd zijn er kritische stemmen. Elke wissel van de macht is voor de bevolking dus een moment van hoop op een betere toekomst. Zelfs in ons land, waar vandaag de democratische principes nog gerespecteerd zijn, worden verkiezingen steeds historisch genoemd, alsof een nieuwe tijd zal aanbreken.
Praten met vrienden over een beter bestuur van het land is een leuke bezigheid. Voor velen is het een ideale café-discussie, terwijl het voor anderen een levenslang studieobject is waarover ze verschillende boeken schrijven. De magiërs uit het Oosten, waarover zondag in het evangelie gesproken wordt, zaten waarschijnlijk in die groep. Het waren onderzoekers, wetenschappers – vanuit het Oosten kwam eeuwenlang alle nieuwe kennis. Ze hadden gehoord van een nieuwe koning, en die moesten ze uiteraard opzoeken. Mogelijk konden ze nieuwe en andere ideeën horen over de manier waarop een land geleid kan worden. Want ook in die tijd werden de volken vaak geleid door een elite die de mensen onderdrukte.
Onderdrukking van mensen is een constante in de geschiedenis van de meeste landen. Het gaat dan over mensen waarvan gezegd wordt dat ze problemen veroorzaken. Vele koningen en presidenten maken het leven van die mensen zo lastig mogelijk, in de hoop dat ze zullen weggaan. Het was het lot van velen: joden en moslims, protestanten en katholieken, allemaal worden of werden ze om beurt ergens opgejaagd of verdreven, alsof zij de oorzaak zijn van alle problemen. Maar evengoed zijn andere groepen beschouwd als de grote probleem-makers. Zigeuners bijvoorbeeld, of collaborateurs, homoseksuelen, asielzoekers en buitenlandse vluchtelingen: ze zijn dikwijls verjaagd. Elke leider heeft zo wel een reeks zondebokken. Vandaag zijn het bij ons vooral kritische journalisten, advocaten, geëngageerde leerkrachten en activistische rechters die soms opgejaagd worden. Ook de werklozen, de nietsnutten, de gevangenen, de zieken en gehandicapten, ouderen, werklozen, … worden vandaag met een scheef oog bekeken, want ze leveren geen bijdrage aan de economie. Ze zijn een kostenpost die zo klein mogelijk gehouden moet worden.
In Jeruzalem vonden de magiërs geen nieuwe koning. Ze leerden er koning Herodes kennen, het klassieke voorbeeld van een rijke onderdrukker die vervuld is van achterdocht en wantrouwen, iemand die zonder scrupules zelfs kinderen laat vermoorden. In Bethlehem vonden de magiërs wel een antwoord op hun zoektocht. Ze leerden er het tegendeel kennen van Herodes. Ze kwamen terecht bij mensen die nergens welkom waren, en die toch hun huis openstelden voor iedereen. Het waren mensen die niet wilden veroordelen, die liever wilden luisteren en aandacht geven, die geen behoefte voelden om zondebokken aan te wijzen. De verheugde magiërs begrepen dat de verdraagzaamheid die ze ervaarden koninklijke eerbewijzen verdiende: goud, wierook en mirre, voor een nieuwe toekomst. (Mt 2, 1-12)